Erven, lenen en wat dies meer zij

Ik heb een stapeltje Libelles van mijn moeder meegenomen. Vroeger hadden wij thuis een leesmap en las ik na de Tina en de Donald Duck de Margriet en de Libelle. Of in elk geval Jan, Jans en de kinderen en Vera de Muis. Nu had mijn moeder weer eens een stapeltje liggen en aangezien ik zelf inmiddels toch ook moeder ben, voel ik mij oud en wijs genoeg om daar een regenachtige middag aan te spenderen. Het voelt huiselijk en vertrouwd.  Ik installeer me comfortabel met een pot thee erbij op de bank. Een soort initiatie in het echte huismoederschap; met de hoop de warme wijsheden van mijn moeder te verwerven. En inderdaad weet de redactie in elk nummer dat ik opsla  opnieuw feitjes, weetjes en onderzoekjes te presenteren die ik anders nooit verzonnen zou hebben. Zo leer je toch elke dag weer wat nieuws.

Een psychologe legt uit dat geld lenen binnen de familie eigenlijk vragen om problemen is. Broers en zussen onderling kunnen er eventueel -als ze zich voldoende bewust zijn van alle mogelijke consequenties en bereid zijn die in geval van nood te accepteren- nog wel aan beginnen. Ouders niet. Ervan uitgaande dat betreffende ouders meerdere kinderen hebben, althans. Lenen ouders een bedrag aan het ene kind, dan zullen de andere kinderen dat als voortrekkerij beschouwen. Ouders kunnen geld enkel in gelijke porties over hun kinderen verdelen, ongeacht of de een zwemt in het geld en de ander droog brood eet, anders komt er gegarandeerd ruzie. Aldus de psychologe.

Elders legt een deskundige uit dat het belangrijk is je testament zo duidelijk en volledig mogelijk te maken. Uiteraard dient ook hier aan gelijke porties gedacht te worden, maar er moet vooral zo min mogelijk ruimte voor eigen inzicht van de nabestaanden zijn. De eigen inzichten van de verschillende nabestaanden komen namelijk vaak opmerkelijk overeen: alles moet naar mij. Wanneer er een erfenis te verdelen valt, leidt dat in 70% van de gevallen tot ruzie. Een notaris ziet vaker kijvende dan rouwende nabestaanden.

Uit weer een ander onderzoek blijkt dat wanneer mensen kunnen kiezen tussen een bepaald inkomen en daarmee de rijkste in de buurt zijn, of anderhalf maal zoveel verdienen, maar dan wel de armste in de buurt zijn, de meerderheid voor de eerste optie gaat. Liever meer dan de buren, dan gewoon meer.

Onze naasten willen we dus tot de laatste cent bestrijden, zelfs over de dode rug van een dierbare, maar om de buren de loef af te steken, leveren we graag een derde van ons totale inkomen in. Daar zit ik dan, opgekruld op de bank met mijn potje thee en een groot moedergevoel op zoek naar warmte. Sinds wanneer is de Libelle zo naargeestig?

Plaats een reactie