De beste versie van het verhaal

juli 7, 2021

Voor een wedstrijd stuur je de beste versie van je verhaal in. Uiteraard. Maar wat nu als de beste versie niet aan de richtlijnen van de wedstrijd voldoet? Sinds ik de moed bij elkaar geraapt heb om ook af en toe eens iets in te sturen, en daarbij de tijd gevonden heb om dat ook daadwerkelijk af en toe te doen -en dat is nog niet zo heel lang- valt het mij op dat ik aan het eind van mijn verhaal meestal woorden te kort kom. Waar iedereen altijd roept dat schrijven schrappen is, blijk ik steeds te moeten toevoegen.
En dat terwijl ik dol ben op omslachtige formuleringen en vulwoorden. Maar dat terzijde.
Soms lukt het, dan past er nog best een extra alineaatje tussen, maar meestal toch eigenlijk niet.

De eerste keer kreeg ik er met enige moeite nog vijftig woorden bij die mij niet stoorden. Dat waren er nog ongeveer honderd te weinig. En hoewel ik ook over het eind nog niet helemaal tevreden was en er dus een mogelijkheid moest zijn om dat in meer woorden te herschrijven, wilde het maar niet lukken. En op een dag moet je toch een knoop doorhakken.
Ik nam een gokje, omdat het me toch ook geen grote, literair hoogstaande, ernstig intimiderende wedstrijd leek en stuurde een te kort verhaal in. Succes was mijn deel. Mijn verhaal werd geselecteerd en wordt opgenomen in een e-book. Volgens een e-mail die ik na enkele maanden inmiddels ook alweer meer dan een maand geleden mocht ontvangen. In de verste verte nog geen e-book te zien. Misschien mag ik deze wedstrijd niet al te serieus nemen. Het was ook te mooi om waar te zijn, op de shortlist met een te kort verhaal. Inmiddels zie ik trouwens ook opties voor een beter einde. En heb ik een typefout ontdekt. Die er maar liefst tweemaal instaat. Zouden ze die er wel uit halen als dat e-book ooit komt?

De tweede maal is bij een iets literairder instantie. En ik mis zoveel woorden. Wederom krijg ik er wel een paar tussen, maar lang niet genoeg. Ik mopper. Van meer toevoegen kan het verhaal alleen maar slechter worden. Ik moet een nieuw verhaal schrijven.
Een nieuw verhaal met hetzelfde thema. Ga ik voor dezelfde invulling of toch maar een radicaal andere? En hier begint mijn brein dol te draaien. Het thema is ‘groen’ en dat is zo ontzettend ruim. Mijn eerste verhaal gaat over tuinieren, maar voor de oplettende lezer wellicht ook over jaloezie en misschien zelfs een tikkeltje naïviteit. Zelfs als niemand anders dat zou zien, ben ik zelf in mijn nopjes met deze verschillende laagjes groen. Maar drie groen-betekenissen geven nog niet genoeg woorden.
Ik zou natuurlijk ook over marsmannetjes kunnen schrijven. Over het milieu, uiteraard. Maar het kan ook de kleur van iemands ogen zijn; een geliefde, een vijand, een moeder, de buurman? Het kan gaan om de keuze van de juiste kleur shirt voor een date. Of voor een sollicitatiegesprek. Het kan over geld gaan. Ja, mijn geld is ook niet groen, maar nu heb ik wel dat deuntje van Hollywood Beyond in mijn hoofd.
Halsbandparkieten? Juffertjes-in-het-groen? Daar zijn vast leuke woordspelingen mee te verzinnen. De bloemen zijn ook eetbaar, maar die zijn dan weer blauw.
Een vreselijk vieze snotneus. Een groot sprookjesmonster. Snert. Het gras van de buren. Dat is zelfs altijd nog groener.
Er blijkt zelfs een fles knalgroene limoen-frisse douchegel in mijn badkamer te staan. Hoeveel kanten kan een verhaal op met douchegel? Is het het begin, of de oplossing van de problemen die de hoofdpersoon heeft?
En voor ik een beetje greep heb op die grote, groene chaos in mijn hoofd, blijkt de deadline voor die wedstrijd, die nog dágen weg leek, eigenlijk slechts aan de andere kant van de komende drie dagen, waarop de kinderen fulltime thuis zijn, te liggen.
Ik mopper en ik pruttel.
Het verhaal kan er alleen maar slechter van worden.
Maar geen verhaal is helemaal niets.
Dus daar ga ik. Met veel pijn en moeite frommel ik er de nodige zinnen tussen. En dan stuur ik het in. Weg. Uit mijn handen.

Tot mijn blijde verrassing behaal ik wederom een shortlist. Whoop whoop, ik doe een klein vreugdedansje. Ditmaal win ik feedback op mijn verhaal. Dat is best spannend. Maar wat nu zo leuk is: het eerste commentaar dat ik zie in de zijlijn, meldt dat deze zinnen eigenlijk niets toevoegen. Welke zinnen? Ik speur terug in het document. Juist. Die. Die uiteindelijk wanhopig en met tegenzin toegevoegde zinnen, om maar het opgegeven woordental te bereiken, die zijn gemarkeerd. Hoe heerlijk. Mooier commentaar had ik me niet kunnen wensen!
Maar dan valt me opeens die zin tegen het einde op. Ook vrij laat toegevoegd. Geen commentaar op gekregen, maar ik zie nu wel hoe ik hem liever geschreven had. Veel liever. Maar straks plaatsen ze dus deze versie op hun site. Ik mopper niet. Maar zucht wel een beetje.
De beste versie ligt toch altijd nog ergens in de toekomst.